De voorzitter opent de zitting op 18/09/2025 om 22:13.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen van de openbare vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 26 juni 2025 goed.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen in het bijzonder artikel 74.
De notulen van de openbare vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 26 juni 2025 worden ter goedkeuring voorgelegd.
Art. 1: De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen van de openbare vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 26 juni 2025 goed.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de opvolgingsrapportering.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 263.
Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen
Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus.
Jaarlijks moeten alle gemeenten en OCMW’s een opvolgingsrapportering opmaken met een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan over het eerste semester van het jaar.
De opvolgingsrapportering bevat de stand van zaken van de prioritaire acties of actieplannen en een overzicht van de geraamde en gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar (schema J1 en T2). De rapportering bevat ook de wijzigingen die het bestuur mogelijks heeft doorgevoerd in de assumpties bij de opmaak van het (aangepaste) meerjarenplan en eventuele wijzigingen in de financiële risico’s. Daarnaast is het bestuur vrij om zelf nog extra elementen in de opvolgingsrapportering op te nemen.
Zoals de memorie van toelichting bij het decreet lokaal bestuur bepaalt, is de opvolgingsrapportering NIET zozeer gericht op de bewaking van de kredieten, maar wel op de uitvoering van de beleidsdoelstellingen. Dat betekent dat het niet de bedoeling is om op een detaillistische manier de stand van de kredieten te rapporteren. Anderzijds kan de opvolgingsrapportering een nuttige aanzet zijn voor de evaluatie van de projecten en voor de verschuiving en bijstelling van de kredieten in de aanloop naar de aanpassing van het meerjarenplan.
Art. 1: De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de opvolgingsrapportering.
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist tot de versoepeling van de beperkingen omtrent het opdrachthouderschap en de waarneming van een hogere functie en tot de aanpassing van de rechtspositieregeling van het lokaal bestuur Kampenhout voor OCMW-personeel verbonden aan de cluster zorg.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 77 en 78, betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Besluit rechtspositieregeling van de Vlaamse regering van 20 januari 2023 (gepubliceerd in het staatsblad op 8 maart 2023 en van kracht sinds 18 maart 2023) en eventuele wijzigingen nadien aan de wetgeving aangebracht.
Rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel verbonden aan de verzorgende, verplegende en dienstverlenende instellingen (cluster zorg) van het lokaal bestuur Kampenhout, goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn van 27 februari 2025, van kracht sinds 1 maart 2025.
Protocol van het sectoraal akkoord VVSG – ACOD LRB, ACV OD en VSOA LRB – Vlaamse Regering, goedgekeurd in Comité C1 op 11 juni 2025, inzake de koopkrachtmaatregel voor dienstenchequemedewerkers met retroactieve uitwerking vanaf 1 januari 2025.
1. Versoepeling van opdrachthouderschap en waarneming hogere functie
De rechtspositieregeling gemeente- en OCMW-personeel en de rechtspositieregeling OCMW-personeel verbonden aan cluster zorg leggen enkele beperkingen op voor opdrachthouderschap en de waarneming van een hogere functie. Zo kunnen enkel functies van een bepaald niveau een hogere functie waarnemen of opdrachthouderschap opnemen.
Voor opdrachthouderschap houdt dit momenteel in dat dit enkel kan toegepast worden op functie van niveau A, B en C of (voor OCMW-personeel cluster zorg) graden in minstens functieklasse 11 en op personeelsleden die de inlooptijd beëindigd hebben.
Voor de waarnemingstoelage kan de aanstellende overheid beslissen dat de functie waargenomen wordt door een personeelslid van een lagere graad. Onder lagere graad wordt elke graad verstaan die krachtens de plaatselijke rechtspositieregeling door bevordering rechtstreeks toegang geeft tot de waar te nemen functie.
We zouden de beperkingen hieromtrent versoepelen zodat personeelsleden van alle niveaus correct kunnen gewaardeerd worden wanneer zij tijdelijk opdrachthouderschap of waarneming van een hogere functie opnemen. De huidige beperkingen vonden hun oorsprong in hogere regelgeving, maar worden vandaag niet langer wettelijk opgelegd.
Alle artikels rond opdrachthouderschap (behalve artikel 156) en alle artikels rond de waarnemingstoelage (behalve artikel 160 §1) blijven behouden. De beperking rond wie in aanmerking komt voor opdrachthouderschap en waarnemingstoelage worden versoepeld en aangepast in de rechtspositieregeling voor gemeente- en OCMW-personeel.
De aanpassingen van artikel 156 voor opdrachthouderschap en van artikel 160 §1 voor de waarnemingstoelage zijn toegevoegd in de bijlagen.
Het vast bureau in zitting d.d. 22 juli 2025 nam kennis van dit punt.
Dit voorstel m.b.t. de versoepeling van de beperkingen om over te gaan tot opdrachthouderschap of waarnemingstoelage en de aanpassing van de rechtspositieregeling lokaal bestuur Kampenhout voor gemeente- en OCMW-personeel en in de rechtspositieregeling van het OCMW-personeel verbonden aan de cluster zorg werd voorgelegd aan de representatieve vakorganisaties via een schriftelijk protocol op 23 juli 2025. Een ondertekend protocol werd bezorgd door het ACOD. Van de andere vakorganisaties hebben wij geen ondertekende protocollen ontvangen. Protocol is bijgevoegd terug te vinden. Toegevoegd in bijlage.
2. Aangepaste loonschalen voor dienstenchequemedewerkers
Dienstenchequemedewerkers hebben recht op een salarisverhoging van 1 euro per uur, en dit met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2025. Dat is de uitkomst van een sectoraal akkoord tussen de VVSG, de representatieve vakorganisaties (ACOD LRB, ACV OD en VSOA LRB) en de Vlaamse Regering op 11 juni 2025. Gezien deze wijziging rechtstreeks voortvloeit uit het sectoraal akkoord is geen bijkomend protocol nodig. De sociale partners werden wel schriftelijk ingelicht van de voorliggende wijziging.
Het akkoord heeft als doel om de koopkracht te verhogen van dienstenchequemedewerkers werkzaam bij dienstencheque-ondernemingen uitgebaat door Vlaamse lokale besturen. Lokale besturen moeten de aangepaste salarisschalen zo snel mogelijk en uiterlijk voor eind september vaststellen en implementeren.
De volledige kosten van deze loonsverhoging, ook het gedeelte waarvoor de werkgever een vergoeding krijgt via de verhoogde klantenbijdrage, gelden integraal als een voorafname op het sectoraal akkoord 2026-2031.
Het sectoraal akkoord werd afgesloten onder voorbehoud dat de Vlaamse regering ermee akkoord gaat om de sinds 1 januari 2025 hogere aanschafprijs van de dienstencheque volledig door te storten naar de lokale besturen.
In lokaal bestuur Kampenhout zijn de huishoudhulpen dienstenchequemedewerkers. Het organogram voorzien in 16 vte huishoudhulpen. De (retroactieve) toepassing van de nieuwe loonschalen en de bijhorende nodige herberekeningen en handelingen kunnen worden doorgevoerd na implementatie van het sectoraal akkoord van 11 juni 2025 in de rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel verbonden aan cluster zorg, volgens voorliggende wijzigingen.
De geconsolideerde ontwerpteksten van beide rechtspositieregelingen met markeringen, zijn toegevoegd in bijlage. Eveneens de geconsolideerde versie zonder markering.
Dit agendapunt werd besproken op de gemeenteraadscommissie personeel-samenwerking-dienstverlening van 2 september 2025.
Art. 1: De raad voor maatschappelijk welzijn beslist tot de aanpassing van de rechtspositieregeling voor OCMW-personeel verbonden aan de cluster zorg, door middel van de aanpassing van artikel 156 en artikel 160 §1 in hoofdstuk I en hoofdstuk II onder titel 3 Opdrachthouders en de waarneming van een hogere functie.
Art. 2: De raad voor maatschappelijk welzijn beslist tot de aanpassing van de rechtspositieregeling voor OCMW-personeel verbonden aan de cluster zorg in het licht van de koopkrachtmaatregel uit het sectoraal akkoord van 11 juni 2025, door middel van de aanpassing van artikels 126, 138, 184 en bijlage II.
Art. 3: De geconsolideerde versie van de rechtspositieregeling in bijlage maakt integraal deel uit van dit besluit.
Art. 4: De rechtspositieregeling gaat van kracht op 1 oktober 2025.
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist de beperkingen omtrent het opdrachthouderschap en de waarneming van een hogere functie te versoepelen en tot aanpassing van de rechtspositieregeling van het lokaal bestuur Kampenhout voor gemeente- en OCMW-personeel, voor het OCMW-personeel.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (B.S. 15 februari 2018), en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 77 en 78, betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Besluit rechtspositieregeling van de Vlaamse regering van 20 januari 2023 (gepubliceerd in het staatsblad op 8 maart 2023 en van kracht sinds 18 maart 2023) en eventuele wijzigingen nadien aan de wetgeving aangebracht.
Rechtspositieregeling voor gemeente- en OCMW-personeel van lokaal bestuur Kampenhout, goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn van 26 juni 2025, van kracht op 1 juli 2025.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurde de rechtpositieregeling gemeente- en OCMW-personeel goed op 26 juni 2025. De rechtspositieregeling legt op vandaag enkele beperkingen op voor opdrachthouderschap en de waarneming van een hogere functie. Zo kunnen enkel functies van een bepaald niveau een hogere functie waarnemen of opdrachthouderschap opnemen.
Voor opdrachthouderschap houdt dit momenteel in dat dit enkel kan toegepast worden op functie van niveau A, B en C of (voor OCMW-personeel cluster zorg) graden in minstens functieklasse 11 en op personeelsleden die de inlooptijd beëindigd hebben.
Voor de waarnemingstoelage kan de aanstellende overheid beslissen dat de functie waargenomen wordt door een personeelslid van een lagere graad. Onder lagere graad wordt elke graad verstaan die krachtens de plaatselijke rechtspositieregeling door bevordering rechtstreeks toegang geeft tot de waar te nemen functie.
We zouden de beperkingen hieromtrent versoepelen zodat personeelsleden van alle niveaus correct kunnen gewaardeerd worden wanneer zij tijdelijk opdrachthouderschap of waarneming van een hogere functie opnemen. De huidige beperkingen vonden hun oorsprong in hogere regelgeving, maar worden vandaag niet langer wettelijk opgelegd.
Alle artikels rond opdrachthouderschap (behalve artikel 156) en alle artikels rond de waarnemingstoelage (behalve artikel 160 §1) blijven behouden. De beperking rond wie in aanmerking komt voor opdrachthouderschap en waarnemingstoelage worden versoepeld en aangepast in de rechtspositieregeling voor gemeente- en OCMW-personeel.
De aanpassingen van artikel 156 voor opdrachthouderschap en van artikel 160 §1 voor de waarnemingstoelage zijn toegevoegd in de bijlagen.
Het vast bureau in zitting d.d. 22 juli 2025 nam kennis van dit punt.
Dit voorstel m.b.t. de versoepeling van de beperkingen om over te gaan tot opdrachthouderschap of waarnemingstoelage en de aanpassing van de rechtspositieregeling lokaal bestuur Kampenhout voor gemeente- en OCMW-personeel en in de rechtspositieregeling van het OCMW-personeel verbonden aan de cluster zorg werd voorgelegd aan de representatieve vakorganisaties via een schriftelijk protocol op 23 juli 2025. Een ondertekend protocol werd bezorgd door het ACOD. Van de andere vakorganisaties hebben wij geen ondertekende protocollen ontvangen. Protocol is bijgevoegd terug te vinden. Toegevoegd in bijlage.
Dit agendapunt werd besproken op de gemeenteraadscommissie personeel-samenwerking-dienstverlening van 2 september 2025.
Art. 1: De raad voor maatschappelijk welzijn beslist tot de aanpassing van de rechtspositieregeling voor gemeente- en OCMW-personeel, door middel van de aanpassing van artikel 156 en artikel 160 §1 in hoofdstuk I en hoofdstuk II onder titel 3 Opdrachthouders en de waarneming van een hogere functie.
Art. 2: De geconsolideerde versie van de rechtspositieregeling in bijlage maakt integraal deel uit van dit besluit.
Art. 3: De rechtspositieregeling gaat van kracht op 1 oktober 2025.
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om voor de levering van elektriciteit en gas voor de gebouwen en installaties van het OCMW aan te sluiten bij de aankoopcentrale Vlaams Energiebedrijf (VEB) en keurt de voorgelegde overeenkomsten en de algemene voorwaarden opgemaakt door het Vlaams Energiebedrijf (VEB) goed.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 77 en 78.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen en latere wijzigingen.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de openbaarheid van bestuur.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.
Eind 2025 loopt het huidige contract voor de levering van aardgas en groene elektriciteit met het Vlaams Energiebedrijf (VEB) af.
Een nieuw contract dient afgesloten te worden.
Het VEB is een extern verzelfstandigd agentschap dat door de Vlaamse Overheid werd opgericht in 2012 op basis van het decreet van 15 juli 2011. De haar toegewezen opdracht bestaat ondermeer in het aanleveren van gas en elektriciteit en het faciliteren, het aanbieden en het coördineren van energiediensten om energiebesparende maatregelen en milieuvriendelijke energieproductie in gebouwen te verwezenlijken.
Voor de levering van gas en elektriciteit treedt het VEB op als aankoopcentrale die de energie zelf eerst aankoopt. Hiervoor heeft VEB een openbare aanbesteding georganiseerd. Volgens artikel 47§ 2 van de wet van 17 juni 2016 op overheidsopdrachten zijn aanbestedende overheden die beroep doen op een aankoopcentrale vrijgesteld van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te starten.
Volgens art. 47 § 4 mogen aanbestedende overheden, zonder toepassing van de in de wet bepaalde procedures, een overheidsopdracht voor diensten betreffende gecentraliseerde aankoopactiviteiten aan een aankoopcentrale gunnen.
De prijs voor de levering van elektriciteit bestaat uit (1) de energieprijs, (2) de kostendekkende vergoeding, (3) de groenestroomcertificaten, de warmtekrachtcertificaten en de garanties van oorsprong en (4) de netkosten, heffingen en toeslagen.
De energieprijs is het gewogen gemiddelde van de indexparameter EPEX spot die elk uur dagelijks wordt gepubliceerd en wordt vermenigvuldigd met het verbruikte volume.
De kostendekkende vergoeding voor de elektriciteit bestaat uit een variabele vergoeding van 2,85 EUR/MWh en een vaste jaarlijkse kost van 60 EUR/aansluitpunt.
De kostendekkende vergoeding voor de gas bestaat uit een variabele vergoeding van 2,49 EUR/MWh en een vaste jaarlijkse kost van 60 EUR/aansluitpunt.
De voorgestelde overeenkomsten hebben een duur van 4 jaar en wordt automatisch verlengd onder dezelfde voorwaarden en voor eenzelfde leveringsduur, tenzij een opzeg gebeurde 3 maanden voor het einde van de vervaltermijn.
De ramingen voor 2026, gebaseerd op het elektriciteitsverbruik van het afgelopen jaar, zijn :
- 0190-00/61100000/OCMW/FACILITY/IP-GEEN : 9500 euro
- 0930-01/61100000/OCMW/FACILITY/IP-GEEN : 4500 euro
- 0950-00/61100000/OCMW/FACILITY/IP-GEEN : 8000 euro
- 0952-00/61100000/OCMW/FACILITY/IP-GEEN : 12.000 euro
- 0953-00/61100000/OCMW/FACILITY/IP-GEEN : 52.000 euro
De ramingen voor 2026, gebaseerd op het gasverbruik van het afgelopen jaar, zijn :
- 0190-00/61110000/OCMW/FACILITY/IP-GEEN : 10.000 euro
- 0930-01/61110000/OCMW/FACILITY/IP-GEEN : 10.000 euro
- 0950-00/61110000/OCMW/FACILITY/IP-GEEN : 11.000 euro
- 0952-00/61110000/OCMW/FACILITY/IP-GEEN : 12.000 euro
- 0953-00/61110000/OCMW/FACILITY/IP-GEEN : 30.000 euro
Gunstig visum 2025/61 van Daisy Vannuffelen van 09 september 2025
Art. 1 : De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om voor de levering van elektriciteit en gas voor de gebouwen en installaties van het OCMW aan te sluiten bij de aankoopcentrale Vlaams Energiebedrijf (VEB).
Art. 2 : De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de voorgelegde overeenkomsten en de algemene voorwaarden opgemaakt door het Vlaams Energiebedrijf (VEB) goed.
Art. 3 : De overeenkomsten in bijlage maken integraal deel uit van dit besluit.
Art. 4 : De uitgave voor deze opdracht wordt voorzien in het meerjarenplan 2026-2031.
De raad maatschappelijk welzijn keurt de samenwerkingsovereenkomst met Huurdersbond Vlaams-Brabant van 1 oktober 2025 t.e.m. 30 september 2026 goed.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 77.
Op dit moment bestaat er een overeenkomst met Huurdersbond Vlaams-Brabant waarbij lokaal bestuur Kampenhout een collectief lidmaatschap aan de huurdersbond betaalt zodat alle inwoners gratis gebruik kunnen maken van de dienstverlening van de huurdersbond, met name juridisch advies, dossieropvolging en het ontvangen van het huurdersblad. Voor de consultaties dienen bewoners zich echter steeds te begeven naar andere steden en gemeente uit de provincie. Vanuit het Agentschap Wonen in Vlaanderen wordt immers een contingent van consultatie-uren aan het ruime publiek opgelegd aan de Huurdersbond Vlaams-Brabant die plaatsvinden op de volgende locaties:
Deze samenwerkingsovereenkomst zou worden aangegaan voor de periode van 1 jaar, met name van 1 oktober 2025 t.e.m. 30 september 2026, zodat deze kan worden geëvalueerd alvorens een eventuele verlenging ter goedkeuring voor te leggen.
De totale kost voor 1 jaar bedraagt 2.030,78 euro. Dit bedrag omvat:
Kredieten hiervoor zijn voorzien in de meerjarenplanning op budgetsleutel 0900-00/64990000 (actie-26 Het lokaal bestuur voorziet in nieuwe samenwerkingsverbanden om blinde vlekken in de hulp- en dienstverlening op te vullen).
Art. 1: De raad maatschappelijk welzijn keurt de samenwerkingsovereenkomst met Huurdersbond Vlaams-Brabant van 1 oktober 2025 t.e.m. 30 september 2026 goed.
Art. 2: De overeenkomst in bijlage maakt integraal deel uit van dit besluit.
Art. 3: De kosten worden geraamd op 2030,78 euro. De nodige kredieten zijn voorzien in de meerjarenplanning onder registratiesleutel 0900-00/64990000.
De raad maatschappelijk welzijn gaat akkoord met het afsluiten van een huurovereenkomst van bepaalde duur met de sociale woonmaatschappij voor een sociale woning buiten het sociaal verhuurstelsel en dit met ingang vanaf 1 oktober 2025 voor een periode van 24 maanden. De overeenkomst in bijlage maakt integraal deel uit van dit besluit.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 77 en 78.
Organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW's.
De federale huurwet van 20 februari 1991.
Het Vlaams Woninghuurdecreet voor woninghuurovereenkomsten gesloten vanaf 1 januari 2019.
Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, art. 6.71.
De verhuurder (Providentia) is een sociale woonmaatschappij en is eigenaar van een aantal panden die gedurende langere termijn niet of slechts gedeeltelijk gebruikt worden in afwachting van sloop en wederopbouw of renovatie. Sinds 1 december 2022 huurt OCMW Kampenhout een sociale huurwoongelegenheid (buiten sociaal huurstelsel met vaste huurprijs), gelegen te Loverdal 15, 1910 Kampenhout.
De verlenging van deze overeenkomst wordt nu ter goedkeuring voorgelegd voor een periode van 24 maanden met aanvang op 1 oktober 2025. Bij overdracht van het pand aan de sociale woonmaatschappij het Vlaamse Woonanker wordt de huurovereenkomst integraal overgenomen en dient er geen nieuwe overeenkomst te worden getekend. De verlenging van de huurovereenkomst met Providentia is noodzakelijk in afwachting van de renovatie van het aangekochte pand te Haachtsesteenweg 276 dat verder als noodwoning zal fungeren.
Na goedkeuring en ondertekening van de overeenkomst, wordt het contract door Providentia geregistreerd en wordt er ook een plaatsbeschrijving uitgevoerd.
De maandelijkse huurprijs voor de woning gelegen te Loverdal 15 bedraagt 287 euro. Naast deze huurprijs dient een maandelijks forfaitair bedrag van 11,15 euro per appartement/unit voor de huurlasten in de gemene delen te worden betaald.
Art. 1: De raad maatschappelijk welzijn gaat akkoord met het afsluiten van een huurovereenkomst van bepaalde duur met de sociale woonmaatschappij voor een sociale woning buiten het sociaal verhuurstelsel en dit met ingang vanaf 1 oktober 2025 voor een periode van 24 maanden.
Art. 2: De overeenkomst in bijlage maakt integraal deel uit van dit besluit.
De voorzitter sluit de zitting op 18/09/2025 om 22:20.
Namens Raad voor maatschappelijk welzijn,
Veerle Verwulgen
waarnemend algemeen directeur
Kris Leaerts
voorzitter