Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 40,41.
De Grondwet, artikel 173.
Het besluit van de gemeenteraad van 19 december 2019 betreffende de retributie op werken aan nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein is geldig tot en met 31 december 2022. Als het lokaal bestuur deze retributie ook voor de aanslagjaren 2023, 2024 en 2025 wil blijven aanrekenen is het nodig dat de gemeenteraad de retributie opnieuw vaststelt.
De gemeente en haar burgers worden voortdurend geconfronteerd met de plaatsing en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen langs de gemeentewegen en dit heeft een impact heeft op het openbaar domein.
Op het vlak van onderhoud en herstellingen moeten geregeld dringende werken worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening en er zijn daarnaast een aantal werken zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein.
De Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de gemeenten. De actualisering van deze code gebeurde naar aanleiding van meer aandacht voor minder hinder, meer oog voor het totaal concept en het gebruik van nieuwe e-instrumenten zoals GIPOD (Generiek Informatieplatform Openbaar Domein), KLIP (Kabel- en Leidinginformatieportaal) ...
De goedkeuring door het lokaal bestuur van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs de gemeentewegen heeft tot doel een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, teneinde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden.
De ontvangsten worden voorzien in het meerjarenplan 2020-2025:
Art. 1: De gemeenteraad stelt een retributie vast op werken aan nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein:
Algemeen
Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.
Permanente nutsvoorzieningen zijn:
De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd
door de gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente.
Deze retributie sluit elke ander heffing, semi-heffing of waarborgstelling in het kader van werken aan permanente nutsvoorzieningen door de gemeente
uit zowel in hoofde van de distributienetbeheerder als van haar werkmaatschappij en ongeacht of voorgenoemden deze werken uitvoeren in eigen naam,
dan wel laten uitvoeren door derden in naam en voor rekening van de distributienetbeheerder of de werkmaatschappij.
Art. 2: Retributie naar aanleiding van sleufwerken
De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken.
Zij bedraagt per meter sleuflengte voor werken in rijwegen 10,24 euro, voor werken in voetpaden 7,88 euro en voor werken in aardewegen 4,73 euro.
Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd
in augustus. Indexatie gebeurt aan het begin van een nieuwe cyclus van drie jaar.
Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.
Art. 3: Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en
belastingen
Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van
maximum 3m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 euro per op het grondgebied van de gemeente aanwezig aansluitingspunt.
Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als haar werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,50 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de gemeente.
Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast naar analogie naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.
Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het
aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de gemeente.
Art. 4: De retributie dient te worden betaald binnen de dertig kalenderdagen na toezending van de facturen.
Art. 5: Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023 en blijft geldig tot 31 december 2025.
Art. 6: Dit besluit wordt voor goedkeuring overgemaakt aan de toezichthoudende overheid. Het wordt eveneens overgemaakt aan vennootschapssecretariaat@fluvius.be.