Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald de wijzigingen aan artikels 39 en 127 met betrekking tot de oprichting van een deontologische commissie.
De voorgestelde wijziging betreft de toevoeging van een hoofdstuk 'Naleving en handhaving van de deontologische code' aan de deontologische code in functie van de oprichting van een deontologische commissie.
Door een wijziging aan het decreet lokaal bestuur (DLB) moeten vanaf 2 maart 2023 alle lokale besturen die nog geen deontologische commissie hebben er één oprichten. Het lokaal bestuur beschikt over een goedgekeurd deontologische code voor mandatarissen voor zowel gemeente als OCMW.
De Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG) plant een grondige herziening van de hele deontologische code maar wil tot dan via een addendum zorgen dat de lokale besturen hun huidige deontologische code al kunnen aanpassen aan de nieuwe regels rond deontologische commissies door toevoeging van een hoofdstuk 'Naleving en handhaving van de deontologische code'.
De gemeenteraad stelde de deontologische code vast op 25 juni 2020 en dient nu een wijziging aan de deontologische code inzake de oprichting van een commissie goed te keuren.
Art. 1: De gemeenteraad keurt de wijzigingen aan de deontologische code voor mandatarissen goed. De wijzigingen betreffen de oprichting van een deontologische commissie.
Art. 2: De samenstelling van de deontologische commissie zal identiek zijn voor de raad voor maatschappelijk welzijn en de gemeenteraad.
Art. 3: Elke fractie bezorgt de voordracht van effectieve leden en eventuele plaatsvervangers in de deontologische commissie, zoals bepaald in artikel 53 van onderhavige code, aan de voorzitter van de gemeenteraad ten laatste op 31 maart 2023.